

Wuwei
Wuwei wordt meestal vertaald met ‘niet doen’ of ‘geen actie’; letterlijk betekent het ‘zonder inspanning / zonder een krachtige poging te doen’. Dat ontbreken van inspanning slaat dan vooral op de innerlijke houding van degene die handelt. Aan de buitenkant kan het er wel degelijk uitzien als een grote inspanning, maar voor degene die het doet is de ervaring dat het vanzelf gaat en zonder moeite. Wuwei zegt dus iets over de innerlijke houding, de geestelijke gesteldheid van de persoon die de handeling verricht, en niet zo zeer over wat er wel of niet daadwerkelijk gedaan wordt. Het ‘niet doen’ moet dus niet letterlijk genomen worden, maar beschrijft de ervaring van degene die iets doet. Het voelt als niet doen omdat het gaat zonder moeite, zonder inspanning, als vanzelf, zonder dat er veel over nagedacht hoeft te worden. (Slingerland 2003, p.7/8)
Wuwei betekent ook: niet storend ingrijpen in de natuurlijke processen in en rondom ons. In de Huainanzi, een belangrijke daoïstische tekst, waarvoor vooral Liu An (179 – 122 v. Chr.) verantwoordelijk wordt gehouden, wordt gezegd dat het gaat om een natuurlijk en vanzelfsprekend handelen dat niet bedacht is en niet berekenend. De Huainanzi zegt verder:
“De kunst van de heerser is zaken af te handelen zonder storend in te grijpen (wuwei). Rustig en kalm is hij, zonder te bewegen ….. Daarom zal een heerser die over de Weg beschikt gedachten eens en voor altijd oplossen en intenties uitbannen. In puurheid en leegte wacht hij ….. ‘Ik weet het niet’ is zijn Weg; ‘Wat nu gedaan?’ is zijn schat”. (Bor en van der Leeuw 2003, p.429 / 431)
Dit soort handelen komt dus blijkbaar niet voort uit gedachten en intenties, maar uit puurheid en leegte. Het is kennelijk de kunst om niets met voorbedachte rade te doen, maar zich te laten verrassen. In volkomen openheid en onwetendheid verkeren en dan de natuur (mijn natuur?) zijn werk laten doen. Zoals het lichaam spontaan kan beginnen te bewegen en te dansen bij het horen van mooie muziek, zo vanzelfsprekend en onbedacht is de handeling in wuwei. Onbedacht betekent echter niet dat het op de automatische piloot gebeurt; het gedrag is niet achteloos of onoplettend. Het is niet een kwestie van gewoonte en onnadenkendheid. De persoon die de handeling verricht kan wel degelijk nadenken over verschillende mogelijkheden alvorens verder te gaan. Maar er zit geen berekening in. De dingen worden met een zeker gemak en moeiteloosheid gedaan en tegelijk met een bijna bovennatuurlijke doeltreffendheid. (Slingerland 2003, p.8)
Zelfvergetelheid
Het Chinese woord wu in de uitdrukking wuwei kan goed vergeleken worden met de betekenis van het Nederlandse voorvoegsel ‘ont’ in woorden als ontspannen en onthaasten. De kunst van het niet-doen is als het ware de kunst van het ont-doen, alle te veel aan inspanning er af halen; niet te veel gefixeerd zijn op de handeling waardoor hij overspannen en gekunsteld wordt. (Ransdorp 2007, p.197–198)
Een passage uit de Zhuang Zi over het vergeten van je voeten, vertaald door Kristofer Schipper:
“Als je schoenen goed passen vergeet je je voeten; als je riem goed zit, dan denk je niet aan je middel; als je je in je hart lekker voelt, dan denk je niet aan ‘welles’ of ‘nietes’. En als je relatie tot de wereld goed zit, dan hoef je van binnen niet te veranderen en ook niet de buitenwereld na te volgen. En je zo goed voelen dat je zelfs vergeet wat goed voelen is, dat krijg je pas wanneer je in je aller diepste zelf goed zit en nooit ofte nimmer daarvan afwijkt.” (Schipper 2007, p.254)
We zien hier duidelijker de metafoor van het ‘passen’ terug. Als dingen passen, dan is er geen moeite of inspanning nodig en kun je die dingen met een gerust hart en als vanzelfsprekend vergeten. En als je in jezelf ‘past’, als je van binnen niet meegevoerd wordt door alle verwarrende gedachten en emoties, dan kun je jezelf vergeten. Dan wordt je handelen spontaan, zonder enige bedoeling. En voor Zhuang
Zi is dat de hoogste vorm van geluk.
Uit: Wuwei, doen of niet doen, Meindert van den Heuvel, blz. 25, 26, 69, 70